Naar de kapper
Gisteren was ik naar de kapper. Naar de kapper, zo heten ze ook. Ze knippen fantastisch, allebei. Mijn kapper knipt niet wat ik wil, maar wat zij wil. En daar houd ik van. Als ik de expert was, dan knipte ik mezelf wel.
Ik zoek mijn kappers er op uit, op die autoriteit. Jarenlang bezocht ik de Hairdoctors, uit Engeland, punkie en neergestreken in Amsterdam. Mijn haar van (on)gewoon fantastisch tot knalroze rood, dreadlocks en kleurrijk nephaar met krullen tot op mijn billen.
Toen ik verhuisde uit Amsterdam keerde de rust terug. In mijn haar en in meer opzichten, maar nu gaat het over de kapper.
Ik werd vaste klant bij de buurtkapper in een klein winkelcentrum in Maarssenbroek. Een leuke spontane meid. Ze moest even wennen dat zij het kapsel mocht kiezen, maar eenmaal gewend was het resultaat goed. Ze knipte mij en later ook de kinderen.
Eén keer heb ik mijn haar laten bijknippen. Dat was één dag voordat ik ging trouwen. Mijn proefkapsel van de speciale-dag-kapper leek alsof - ik citeer mijn verkering: er een rotje in was ontploft.
Naar de kapper dus, nu in Utrecht. Heerlijk. Ik kom er al jaren. Ze knipt ook de best gekapte dame op televisie, van het Journaal, ik noem geen namen. Mijn haar zit ook zoiets. Iets langer, ook heel leuk.